Kooktermen

et mengen van evenveel zachte boter en bloem om het binden van gerechten.

Gesmolten boter.

Het afbraakproces van vlees, dat na de dood de samenstelling verandert. Besterven is nodig om get vlees mals en smakelijk te maken.

Het stadium van gaarheid waarbij het gegaarde nog wat stevig is.

Gesmolten boter, bakvet of vocht over het vlees gieten tijdens het bakken.

Saus gemaakt met boter, bloem en melk en eventueel enkele kruiden. Eerst wordt de boter gesmolten en de bloem toegevoegd. Daarna wordt de melk toegevoegd. Het wordt ook als basis voor ander sausen gebruikt.

Het insmeren van een ovenschaal, pbakplaat, bakvorm, ... met boter of vetstof

Het gaarmaken boven een open vuur op een grill.

Koud gerecht, gemaakt op basis van vanillesaus of vruchtencoulis, met gelatine gebonden en afgemaakt met eiwitschuim en opgeklopte room.

Het omwikkelen van mager vlees dat snel moet worden gebraden met lapjes vers spek, zodat het niet uitdroogt tijdens het gaar maken.

Reep spek

Het gaarmaken boven een open vuur op een grill.

Bereiding op basis van vlees, gevogelte, vederwild of vis, warm of koud in een gelei geserveerd. Het vlees is ontbeend, gevuld, gerold en gebonden, vaak in een neteldoek (of in het vel van gevogelte), en daarna gestoofd of gepocheerd.

Het bereiden van gerechten in een open pan, met vetstof (olie, boter, ...) of het klaarmaken in de oven van deeg, beslag, ...

Wijze om een saus of ander product warm te houden, zeer zachtjes te garen of om iets te laten smelten, zonder risico van verbranding. Een kleiner recipiënt met het product wordt in een groter recipiënt met warm water gezet. Omdat water niet warmer wordt dan 100°C, zal ook het product niet warmer kunnen worden.

Dit wordt bevoorbeeld bereid om chocolade te smelten , béarnaise saus te maken, ...