Groene kool, Savooikool



Savooiekool (Brassica oleracea convar. capitata var. sabauda) of savooikool wordt zowel voor de verse markt als voor de industrie geteeld.

Het is één van de oudste koolsoorten en komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied.

Bij savooiekool kan onderscheid gemaakt worden in groene savooiekool en gele savooiekool. In Nederland vindt tegenwoordig voornamelijk de teelt van groene savooiekool plaats, die van gele savooiekool is praktisch verdwenen. De teelt vindt vanouds voornamelijk plaats in Noord-Holland, omdat daar geen aantasting door knolvoet optreedt. Dit is ook terug te vinden in de rasnamen van de gele savooiekool, zoals in Langendijker Bewaargele en Langedijker Vroege Gele en Langedijker Herfstgele. Ook vindt er nog teelt plaats in Limburg en Noord-Brabant, maar daar moet een ruime vruchtwisseling toegepast worden.

Gele savooiekoolGele savooiekool vormt evenals witte kool een vaste ronde kool, die geelgroen van kleur is.

Groene savooiekool

Groene savooiekool vormt een meer losse kool, waarvan het blad sterk gebobbeld is.

Van savooiekool bestaan er drie typen:

het spitse type, (groene) spitskool genoemd, ook bij witte kool komt een spits type voor,
Groene savooiekool en
Gele savooiekool.
Er worden de volgende teeltwijzen onderscheiden:

  • Spitskoolteelt voor de vroegste teelt met oogst in juni en soms ook voor de zomerteelt
  • Weeuwenteelt (zie bloemkool)
  • Vroege teelt
  • Zomerteelt met oogst in juli en augustus
  • Vroege herfstteelt met oogst in september en begin oktober
  • Herfstteelt met oogst in oktober en november. Deze kolen worden vaak bewaard en afgezet tussen december en maart. Lange bewaring gebeurt in ijs bij -1°C.
  • Winterteelt met oogst in december, januari en februari

Inhoudsstoffen

Savooiekool heeft een hoog vitamine C-gehalte en thiocyanaat, dat een antibiotische werking heeft. 100 gram verse kool bevat ongeveer:

110 kJ energie
4 g koolhydraten
2 g eiwit
50 mg calcium
0,5 mg ijzer
50 mg vitamine C
0,04 mg vitamine B1
0,04 mg vitamine B2


Ziekten en beschadigingen

Buiten Noord-Holland is knolvoet (Plasmodiophora brassicae) de belangrijkste ziekte. Belangrijke ziekten zijn zwartnervigheid (de bacterie Xanthomonas campestris pv. campestris), valse meeldauw (de schimmel Peronospora parasitica) en bladvlekkenziekte (de schimmel Mycosphaerella brassicola).

Rupsaantastingen door onder andere het groot en klein koolwitje, koolbladroller, kooluil en koolmot komen veelvuldig voor. Daarnaast komt aantasting voor van de koolvlieg, de koolgalmug en de melige koolluis, waarbij de melige koolluis de belangrijkste is.

Ook kan op de bladeren van de kool stip voorkomen, dat wordt veroorzaakt door het knollemozaïkvirus (TuMV) of door het bloemkoolmozaïekvirus. Het zijn virussen die door bladluizen op non-persistente wijze worden overgebracht. Bij het knollemozaïkvirus zijn de zwarte vlekjes 0,5-1,5 cm en bij het bloemkoolmozaïekvirus 1-5 mm groot.

Anderstalige namen :

  • Engels: Savoy cabbage
  • Duits: Wirsing of Wirsingkohl
  • Frans: Chou de Milan
  • Italiaans: Cavolo verza
  • Portugees: Couve Lombarda
  • Deens: Savoykål of Spidskål
  • Fins: Kurttukaali
  • Zweeds: Savoykål
  • West-Vlaams: Savoie