Kervel



Kervel (Anthriscus cerefolium) is een vaste plant uit de schermbloemenfamilie (Umbelliferae of Apiaceae). De soort wordt algemeen geteeld en is soms verwilderd.

De schermen zijn samengesteld uit witte bloempjes die tamelijk vroeg bloeien. De plant kan 1 m hoog worden. De gladde stengels zijn hol en alleen boven de knopen behaard. De schermstralen zijn ook behaard.

De bloem is wit en heeft een doorsnede van 3-4 mm. Elk bloempje heeft een omwindseltje en vijf kroonblaadjes. De bloemen vormen samengestelde schermen met acht tot vijftien schermstralen. De bloeiperiode loopt van mei tot juni.

Echte kervel heeft cilindrische, onbehaarde vruchtjes met een snavel, die half zolang is als de vrucht. Alleen de verwilderde vorm heeft korte weerhaakjes op de vrucht. De vrucht is een tweedelige splitvrucht met eenzadige deelvruchtjes.

De bladeren zijn twee- tot drievoudig geveerd; de onderzijde is zachtbehaard.

Echte kervel wordt gebruikt als keukenkruid. In België is kervelsoep een bekende specialiteit. Voor de kruidenteelt worden meestal eenjarige planten gebruikt. Vóór de bloei zijn de bladeren het meest aromatisch.

Er zijn enkele plantensoorten die veel op kervel lijken maar giftig zijn zoals

  • dolle kervel (Chaerophyllum temulum), die zijn naam te danken heeft aan het feit dat koeien als ze er veel van eten zich gedragen als dronkaards.
  • gevlekte scheerling (Conium maculatum), dat door de Oude Grieken voor de voltrekking van een doodvonnis gebruikt werd.