Hopscheuten



Het seizoen van de buitenscheuten loopt van maart tot half april. Maar vanaf januari zijn er ook al hopscheuten uit verwarmde serres en loodsen.

Hopscheuten zijn bijna exclusief Belgisch. Alleen bij ons worden de scheuten van de hopplant gegeten. Toch werden ze all door de Romeinen gewardeerd door hun fijne smaak. De 16de eeuwse botanicus Dodoens beschreef de weldoende invloed van de scheuten. Sinds enkele decennia zijn de scheuten niet meer weg te denken uit het Belgische culinaire aanbod.

• Het telen is zeer arbeidsintensief want elke scheit moet met de hand geplukt worden. Van de scheuten wordt enkele de bovenste 5 à 7cm gegeten.

• Hopscheuten hebben frisse aardse smaak die neigt naar de schorseneer. Het is een puur biologiosch product dat je alleen vers geplukt kan eten. Je kunt ze niet diepvriezen of op een andere manier conserveren zonder kleur- en smaakverlies.

• Klassiek worden hopscheuten gekookt in citroenwater met bloe. Zo blijven ze mooi wit. Peter Goossens houdt niet van de citroen-bloemsmaak. Na het schoonmaken laat hij ze schrikken in citroensap en pocheert hij ze in 2 min.in water met zout. Ze zijn iets minder wit, meer roomkleurig, maar je hebt het volle delicate aroma van de hopscheut. Door ze na het pmocheren in ijswater te dompelen, blijven de scheuten krokant.

• Bewaren doe je best niet in het kookvocht dan worden ze zwak, maar gewoon in een kommetje.