Ingredienten
- 1 ribstuk met 4 beentjes,
- 12 kleine stronken witloof,
- 4 plakjes gerookte bacon,
- 100 g boter,
- 1 dl arachideolie,
- zwarte peper van de molen,
- fijn zeezout,
- nootmuskaat
Bereiding
- Snijd de stronkjes witloof onderaan in, was ze en leg ze in een beboterde ovenschotel. Kruid met nootmuskaat en zout, bedek met bakpapier en plaats in een voorverwarmde oven op 200 °C voor ca. 30 min., of tot het witloof boterzacht is.
- Leg de bacon in een tefalschotel, droog knapperig in de oven en verkruimel hem dan.
- Kruid het ribstuk met peperen zout langs beide kanten. Verhit de olie in een pan, doe er een klontje boter bij en kleur het vlees langs beide kanten. Laat het vlees rusten in een voorverwarmde oven op 80 °C.
- Plaats het witloof even op het vuur om het resterende vocht uitte koken en het licht te kleuren.
- Neem de ribstukken uit de pan en houd warm.
- Plaats de pan op een hevig vuur, blus met water, laat even doorkoken en zeef.
- Versnijd het vlees
- Iaat er telkens een beentje aan-en schik telkens een stuk vlees op een bord.
- Leg er twee stronkjes witloof naast en bestrooi met de bacon.
- Werk af met de jus.